Mensen die zelf een handicap oplopen of een kind hebben dat gehandicapt geboren wordt of door een ongeval of ziekte gehandicapt geraakt, geraken hier niet gemakkelijk overheen. Het is vaak een zeer langdurig proces. Men zal meestal een handicap nooit echt aanvaarden, veeleer er mee leren leven.
Je kan moeilijk een precies schema van verwerking naar voor schuiven. Meestal onderkent men zeven fasen die naargelang de persoon langer of korter duren : de onwetendheid, de onzekerheid, de ontkenning, de opstandigheid, de zelfvertroosting, de depressie en de aanvaarding.
Onwetendheid : Over deze fase kunnen we kort zijn want de persoon weet nog niets, terwijl de huisarts iets vermoedt en de specialist het reeds heeft uitgemaakt. Het is opvallend hoe mensen die plotseling, als een donderslag bij klaarlichte hemel, door een aandoening geraakt worden, even plotseling hun eigen leven in vraag stellen. Omdat wij bezige bijen zijn, op jacht naar werk en opdrachten, onbewust meedoen aan prestatie, aanzien, eer en macht worden de pseudo waarden van het bezig zijn in de wereld op slag relatief, onbeduidend, nutteloos.
Onzekerheid: In een (begrijpelijke) drang naar zelfbehoud en naar leven, worden de "ongemakken" minder erg geacht dan ze in feite wel zijn. Mensen vragen uitstel en verkiezen de onzekerheid boven de harde werkelijkheid. Ze willen tijd winnen of nog een paar plannen realiseren. Tot de ongemakken het leven doorkruisen en vluchten niet meer kan. De taak van de nabijzijnde mens bestaat erin om de getroffen medemens geleidelijk te brengen naar een groeiend besef van de werkelijkheid waarvoor men niet langer kan vluchten.
Ontkenning: "Neen, neen, neen, niet voor mij ...Bij mij zal het anders verlopen! Het kan gewoon niet ...De dokters weten er niets van ...Zo erg zal het wel niet zijn. Ik word beslist ooit weer eens de oude..." Men ontkent de harde werkelijkheid en zoekt naar argumenten die zomaar voor het grijpen liggen. De ontkenning is duidelijk een reactie na een schok. Omdat het niet waar mag zijn, is het ook zo niet. Het gezond verstand dicteert ons om met schroom en vooral met veel voorzichtigheid met ontkennende mensen om te gaan. Er bestaat een middenweg tussen de brute waarheid en de flagrante leugen, met name de weg van het geduld en van het meegaan in de tijd. Het is te gemakkelijk aan een persoon in nood een perspectief te geven waarin men zelf niet gelooft. Wanneer de persoon na verloop van tijd, toch moet inzien dat er geen verbetering optreedt, dan verandert zijn hoop in wantrouwen, zijn blijdschap in tranen, zijn levenslust in ..zelfmoordgedachten. Echt luisteren is immers een juist woord uitspreken op het juiste ogenblik, is leren spreken met mysterie en met vraagtekens.
Opstandigheid : De vertwijfelde mens kan niet zeer lang ontkennen, hoewel er mensen zijn die jarenlang halsstarrig weigeren om zich bij de feitelijkheid neer te leggen. De meeste mensen kennen, soms zeer lang, gevoelens van opstandigheid. De nabijzijnde mens moet de mens in nood de kans geven deze gevoelens te uiten, ook al zijn het harde of negatieve gevoelens zoals opstandigheid, agressie, woede. Het mogen uitspreken van deze gevoelens werkt zeer helend en heilzaam.
Zelfvertroosting :Een mens kan niet opstandig blijven(hoewel het soms gebeurt). In deze fase heeft de mens in nood geen realistische kijk meer op zichzelf. Men is bereid eender wie te geloven. Men zegt dat anderen er wellicht nog erger aan toe zijn. Op zichzelf is dit een aanmoedigende periode. Helaas blijven teveel mensen in deze fase hangen. Zij troosten zichzelf en zien het doel van het leven 'in kleine dingen' zoals dit heet: de natuur, de bloemetjes, de voorbijtrekkende wolken ...zij vergeten hierbij dat ook zij, ondanks hun problemen geroepen zijn om grotere dingen te doen in het leven.
Depressie : In de vorige fase deed men zo'n beetje aan zelfbedrog : ik kijk alleen nog naar mijn mogelijkheden. In deze fase doet men net het omgekeerde : ik kijk dan alleen naar mijn onmogelijkheden. Ik zie niets anders dan datgene wat ik niet meer/nooit meer kan. Dan moet de zieke of gehandicapte mens doorheen een donkere tunnel van verlatenheid. Hij moet dit verdriet. zelf en alleen doormaken om tot echte aanvaarding te komen. In de mate dat hij nabijzijnde mensen zal ontmoeten, die de moed zullen opbrengen om de depressie echt depressief te laten zijn, zonder deze toe te dekken noch deze te willen relativeren, dan pas zal hij zelf zijn eigen weg gevonden hebben. Vaak richt deze depressie en agressie zich juist tegen de geliefde persoon, de verzorgende persoon. Ook deze mensen maken dagen door van ellende en gelatenheid.
Aanvaarding :Aanvaarding is iets zeer moeilijk. Het hoeft ook niet echt. Veeleer kan men spreken van 'leren leven met de aandoening'. Aanvaarding is zichzelf zijn
kijken naar de mogelijkheden en rekening houden met de onmogelijkheden. Het heeft alles te maken met eerlijkheid en met gewoon omgaan met getroffen mensen in respect voor het individu.
Bron: Goetghebuer, J.P., pr.Info Mensen Onderweg, nr.100