Wat is pesten?

Pesten heeft altijd bestaan. Het gebeurt tussen kinderen, tussen kinderen en volwassenen, onder volwassenen. Het gebeurt in scholen, in de jeugdbeweging, op het werk, in de gezinnen….. Wordt er nu erger en meer gewelddadiger gepest dan vroeger ? Dat is moeilijk aan te geven. Feit is wel dat er nu anders wordt gepest. Men maakt meer gebruik van de huidige technologieën en het pesten verloopt allemaal veel subtieler.  Onderzoek over pesten is ook nog niet zo oud. Daarom is het moeilijk te vergelijken.  

Sommigen beweerden dat pesten minder zou voorkomen als mensen meer met elkaar zouden gaan communiceren. Maar het zou te simpel zijn om het probleem te herleiden tot overgevoeligheid of een gebrekkige communicatie.  Pesterijen zijn vaak een uiting van kwade wil en machtsmisbruik van de pestkoppen en hebben tot doel het slachtoffer eronder te krijgen.  Het is juist zo dat de huidige communicatiekanalen leiden tot andere vormen van pesten. Pesters zitten niet stil en hebben ontdekt dat je kunt pesten via het Internet en andere verworvenheden van de moderne informatie en communicatietechnologie (ICT), zoals e-mail en short message services (sms), de tekstberichten via de mobiele telefoon, enz. 

1 Wat is pesten

In Van Dale vind je onder het trefwoord ‘pesten’ : ‘kwellen, treiteren, judassen, iemand eruit pesten’  'Pesten is een systematische, psychologische, fysieke of seksuele handeling van geweld door een leerling of een groep leerlingen ten opzichte van een of meer klasgenoten, die (niet langer) in staat is/zijn zichzelf te verdedigen.’  Het onderwerp van mishandelen is een leerling of een groep leerlingen.

Het gaat hier dan over schoolsituaties. (van der Meer, 1993) Natuurlijk speelt pesten zich ook op andere domeinen af : in de werksituatie, in de jeugd- of sportvereniging, binnen de familie, enz.  We spreken dan van pesterijen wanneer meestal meerdere personen zich systematisch negatief, kleinerend, kwetsend en agressief gedragen ten opzichte van een slachtoffer dat zich daardoor bedreigd voelt. Het zijn hierbij niet zozeer de afzonderlijke feiten die tellen, maar wel het proces dat zich voltrekt waardoor het slachtoffer aanzienlijke (economische, sociale, lichamelijke, psychische, emotionele) schade ondervindt.  Het kan dan gaan om kwaadwillig machtsmisbruik (laten zien wie de sterkste of machtigste is) maar ook om onmacht door jaloezie, frustraties, onvermogen tot communicatie, zich niet correct behandeld voelen, enz of combinaties van beiden.  Pesterijen kunnen doelbewust gebeuren maar ook vanuit een houding van zelfverdediging.

Pesten is niet cool AfficePesten is een universeel verschijnsel. Onderzoek in Noord-, Midden- en Zuid-Europa heeft aangetoond dat de omvang en de verschijningsvorm van pesten nauwelijks cultuur gebonden is. Kinderen zijn blijkbaar kinderen en gedragen zich overal hetzelfde. Aan de andere kant van de wereld, in Japan, heeft de cultuur een extra invloed. Door de druk die daar ligt op schoolprestaties is het aantal zelfmoorden onder leerlingen in relatie tot pesten uitzonderlijk hoog. Voor het overige is de gegeven definitie ook daar van toepassing

Pesten is dus duidelijk niet hetzelfde als plagen. Bij plagen zijn partijen gelijkwaardig en het hoort bij groot worden. Een plagerijtje komt eens voor en na een tijdje plaag je terug. Pesten is structureel en brengt kinderen tot wanhoop. Soms heeft dit fatale gevolgen en maken zij een eind aan hun leven te maken. Het structurele karakter vraagt om echt beleid. Een weekproject of andere eenmalige activiteiten in de klas lossen het probleem niet op.

Plagen is bijgevolg een vorm van onbezonnen incidenteel pesten en/of spontaan negatief gedrag. Met andere woorden, het is een eerder onschuldige eenmalige activiteit  waarbij humor een rol kan spelen.  Het herhaaldelijk en langdurig karakter vervalt. Het plagen speelt zich af tussen twee (kinderen of groepen) min of meer gelijken waarbij het niet vast ligt wie de bovenhand zal halen. Wanneer een slachtoffer gepest wordt, betekent dit dat hij continu het slachtoffer is van pesterijen. Het element onmacht tegenover de almacht van de pestkop is enorm.

Naar cyberpesten toe maakt dit de situatie uiteraard iets meer gecompliceerd. Wanneer men een getrukeerde foto of een met een GSM gemaakte naaktfoto bij het omkleden van de zwempartij bij wijze van grap op het internet plaatst lijkt dit onschuldig, maar als deze foto zich gaat verspreiden op internet is het geen eenmalig feit meer. Bij cyberpesten liggen plagen en pesten dus zeer dicht bij elkaar.

2. Plagen of pesten?

Iemand van zijn fiets aftrekken: dat kan plagen zijn. Maar ook pesten. Het is plagen als de kinderen aan elkaar gewaagd zijn: de ene keer doet de een iets onaardigs, een volgende keer is het de ander. Het is een spelletje, niet altijd leuk, maar nooit echt bedreigend. Bovendien duurt het nooit heel erg lang. Door elkaar te plagen leer je zelfs om met conflicten om te gaan. Het hoort bij het groot worden.  Angry Photo by Duchessa RGBstock

Pesten kan beginnen als een spelletje, als iets dat leuk is om te doen. Het gepeste kind voelt zich erg ongemakkelijk door het pesten. Het lukt haar of hem niet om terug te plagen, een grapje te maken of onverschillig te blijven. Degene die gepest wordt, wordt heel erg bang en verdrietig en voelt zich hulpeloos. Vaak is er een groepje kinderen dat meedoet met de pestkop, ze lachen wanneer de pester iets gemeens doet maar durven zelf niks te doen.

Pesten is bedreigend en ook de intentie is anders. De pestkop wil het slachtoffer treffen, kwetsen. Het gebeurt ook niet zomaar een keer, maar iedere dag weer, soms een jaar of langer achter elkaar. Bij pesten wordt een slachtoffer uitgezocht om de baas over te spelen op een heel bedreigende en gemene manier. De pestkop misbruikt zijn macht De pester merkt dat hij of zij succes heeft en dat smaakt naar meer. Bewonderd door andere kinderen gaat hij of zij door met uitschelden, afpakken of schoppen. Door het pesten versterkt de pester zijn of haar plaats in de klas of het vriendengroepje. Na een tijdje wordt het een gewoonte om het slachtoffer te pesten zodra de gelegenheid zich voordoet.  Pesten heeft een aanslepend, berekend en destructief karakter waarbij de druk van de groep tegenover het slachtoffer heel groot kan worden. (De Meyer et al., 1995)

Meestal hebben de pestende kinderen niet in de gaten hoe afschuwelijk het pesten is voor degene die gepest wordt. Terwijl het gepeste kind vreselijk bang is voor de pauze of niet op straat durft te spelen, ziet de pester het nog steeds als een lolletje.

Pesten lijkt dus op plagen maar er zijn toch grote verschillen. Zoals je al gelezen hebt is pesten veel erger en maakt het de gepeste kinderen heel onzeker.

 

PLAGEN

- Onschuldig
- Gelijke machtsverhouding
- Wisselend slachtoffer
- 1 tegen 1
- Geplaagde blijft in groep
- Weinig nadelige gevolgen
- Vlug vergeten

¡RUZIE MAKEN 

- Meningen worden op hevige en emotionele
  wijze uitgelegd
- Meestal verzoening
- Niet automatisch het einde van de
  vriendschap
- Geen verstoord evenwicht

 

PESTEN

- Met voorbedachte rade
- Ongelijke macht
- Hetzelfde slachtoffer
- Groep tegen individu
- Isolatie van slachtoffer
- Zware gevolgen
- Moeilijk herstel

 

3. Hoe pesten werkt

Affiche stop pestenHoe werkt pesten nu eigenlijk en wie zij er allemaal bij het pesten betrokken?

Bij pesten zijn drie rollen te onderscheiden. Er zijn kinderen die andere kinderen pesten, er zijn kinderen die gepest worden en er zijn kinderen die niet direct bij het pesten betrokken zijn.

Kinderen beginnen met pesten om allerlei redenen. Het kan zijn dat ze indruk willen maken op andere kinderen, het kan ook zijn dat ze niet weten hoe ze op een positieve manier contact kunnen leggen. Pesten kan beginnen als een spelletje, als iets dat leuk is om te doen. Het gepeste kind voelt zich erg ongemakkelijk door het pesten. Het lukt haar of hem niet om terug te plagen, een grapje te maken of onverschillig te blijven. Het kind reageert angstig en gaat soms huilen.
Het pestende kind merkt dat het succes heeft en dat smaakt naar meer. Bewonderd door andere kinderen gaat zij of hij door met uitschelden, afpakken of schoppen. Door het pesten versterkt het kind zijn of haar plaats in de klas of het vriendengroepje. Na een tijdje wordt het een gewoonte om het slachtoffer te pesten zodra de gelegenheid zich voordoet.

Meestal hebben de pestende kinderen niet in de gaten hoe afschuwelijk het pesten is voor het gepeste kind. Terwijl het gepeste kind vreselijk bang is voor de pauze of niet op straat durft te gaan, ziet de pester het nog steeds als een lolletje.
Pesten heeft veel te maken met de verhoudingen binnen een groep. Daarom is het niet eenvoudig om er een eind aan te maken. Als de leerkracht schelden verbiedt, zoeken de kinderen andere manieren en andere momenten om te pesten.
Aanpakken van het pestprobleem betekent meer dan verbieden alleen. Kinderen moeten leren om met elkaar om te gaan zonder de ander wezenlijk te kwetsen. Volwassenen (leerkrachten, begeleiders van clubs, ouders) kunnen hen daarbij helpen, bijvoorbeeld door samen met de kinderen oplossingen te zoeken en door duidelijke grenzen te trekken. (Bron http://www.stoppesten.tk)

Ook de ouders kunnen een belangrijke rol spelen. Ouders van kinderen die gepest worden en die dit probleem met de school of op de club willen bespreken, zijn emotioneel bij het onderwerp betrokken. Ouders van kinderen die niet direct bij het pesten zijn betrokken, kunnen meer afstand nemen. Daardoor zijn ze beter in staat om duidelijk te maken dat er iets aan het pesten gedaan moet worden. Dit is ook in het belang van hun eigen kind. Als er in de omgeving van een kind gepest wordt, heeft het kind zelf ook last van een onveilige, onprettige sfeer in de groep of de klas.
Vaak vinden de kinderen het heel vervelend dat er wordt gepest op school, maar willen ze ook niet als enige voor het gepeste kind opkomen. Ouders kunnen hun kinderen dan adviseren om er met vriendjes of vriendinnetjes over te praten. Misschien durven ze samen iets te ondernemen naar de pesters of de leerkracht.

4. Waar wordt gepest

Op school

Eén op vier leerlingen in het basisonderwijs is het slachtoffer van pesterijen. 15 procent van de leerlingen uit het secundair onderwijs meldt regelmatig het slachtoffer te zijn van pesterijen. Dus zit in elke klas ook minstens één pestkop. In het secundair onderwijs pest 12 procent van de leerlingen regelmatig andere leerlingen. Dat is weliswaar minder dan op de basisschool maar nog altijd even erg voor degenen die het slachtoffer zijn. Maar de grootste groep zijn de meelopers. Zij maken pesten mogelijk.  Vooral kinderen tussen negen en veertien jaar pesten er duchtig op los. Na de leeftijd van vijftien jaar blijven alleen nog de extreme gevallen doorgaan: jongens en meisjes met meestal ook andere problemen. Onderzoek toont aan dat 40 procent van de slachtoffers nooit hulp krijgt.

8 % van de kinderen op de basisschool wordt zo erg gepest dat ze er geen raad mee weten, zich verdrietig voelen en soms zelfs niet meer naar school durven. Dat zijn maar liefst twee kinderen per klas!

Luc,leraar: «Ik had het niet gezien»

«De stoere en slimme jongens van de klas waren de pestkoppen. En enkele meelopers. Ik had het niet gezien. Ze pesten vooral op momenten dat er geen toezicht is. Steven wou alles zelf oplossen: duwen, trekken, terugslaan. Maar dat lukte niet. Hij werd stiller in de klas en banger. Ik merkte dat niet. Je kan Steven niet echt een typisch slachtoffer noemen. Maar ze hadden hem als doelwit gekozen. Waarom? Daarom, meer niet. Tot een kleine groep van de klas vond dat het zo niet meer kon. Ze kwamen me alles vertellen. Ik heb heel nauwkeurig toezicht gedaan. Tot ik ze kon betrappen. Dan ben ik met de klas gaan praten. Hoe zou jij je voelen als pestkop, als gepeste? Het was niet in één keer opgelost, natuurlijk. Zo'n situatie is meestal al te ver misgroeid om in één twee drie op te lossen. Maar het was een begin. Nu heb ik een klassenraad met verkozenen uit de klas. Zo blijf ik o.a. beter op de hoogte van wat er zich in mijn klas afspeelt en moet niemand zich ooit de klikspaan voelen.» (Bron : Klasse voor leerkrachten, nr 87)

Thuis

Meisje krijgt verwensingen https://foter.comAls iemand thuis wordt gepest spreken we meestal van mishandeling. Helaas valt het veel minder vaak op. Sommige kinderen worden door hun vader of moeder afgesnauwd, geslagen of genegeerd. Deze vormen van pesten hebben een hele negatieve invloed op kinderen. Je ouders zijn immers degenen die je opvoeden. Je wilt graag dat zij trots op je zijn. Wanneer een kind van zijn ouders steeds te horen krijgt dat hij dom is, er niet uitziet of niks goed doet wordt hij heel onzeker en krijgt een minderwaardigheidsgevoel. Dat betekent dat hij zichzelf minder waard vindt dan anderen. Kinderen die heel vaak gepest worden gaan de woorden van hun ouders geloven. Zij zijn immers volwassen.

Op straat

Pesten op straat wordt meestal zinloos geweld genoemd. Iemand wordt onderweg naar school door een groep van zijn fiets gesleurd, in elkaar geslagen of uitgescholden. Deze vorm van pesten komt helaas heel veel voor. De afgelopen jaren is het geweld op straat flink toegenomen. Dit heeft er voor gezorgd dat veel mensen ’s avonds niet meer over straat durven. Mensen voelen zich niet meer veilig en willen daarom dat er actie wordt ondernomen. De afgelopen jaren zijn er talloze organisaties opgericht die proberen om iets tegen het geweld te doen. Ze willen bijvoorbeeld meer politie en camera’s in hun buurt om de veiligheid te verbeteren.

5. Verschillende vormen van pesten

Er bestaan vele verschillende vormen van pesten. Meestal verdelen we ze in zes groepen;

1 Met woorden (verbaal)

Pesten met woorden is waarschijnlijk één van de meest voorkomende vormen van pesten. Het is vaak gemakkelijker dan de andere vormen omdat de kans dat iemand het merkt niet zo groot is. Het kan immers door te fluisteren of als de meester of juf even de klas uit is. Mensen zeggen wel eens dat schelden geen pijn doet, het tegendeel blijkt waar te zijn. Door iemand steeds weer uit te schelden, te vernederen of te bedreigen, gaat de gepeste zich stom voelen en geloven in wat de anderen over hem / haar zeggen.

Enkele voorbeelden zijn;

Vernederen: ‘hou jij onze handschoenen maar even vast, dat is toch het enige dat je kunt.’
Stop pesten Schelden: vuurtoren, stomme sukkel, slome duikelaar enz..
Dreigen: ‘je vertelt het niet aan de meester anders pakken we je straks’.
Belachelijk maken, uitlachen; ‘wat heb jij een stomme bril zeg, het lijken net twee jampotten op een stokje’ 

2 Lichamelijk (non-verbaal)

Hiermee wordt het lichamelijk pijn doen bedoeld. Iemand wordt bijvoorbeeld geschopt of geslagen. Meestal komen bij pesten meerdere vormen tegelijk voor. De pesters doen van alles, ze slaan, schoppen, schelden en stelen spullen.

Enkele voorbeelden zijn

Trekken aan kleding, duwen en sjorren.
Schoppen en slaan.
Krabben, bijten of aan haren trekken.
Met wapens; messen of stokken.

3 Achtervolging

Achtervolging zorgt er vaak voor dat kinderen heel bang worden om over straat te lopen. Ze zijn bang dat ze ergens door een groepje kinderen worden opgewacht en nemen daarom bijvoorbeeld een andere weg naar school. Ze durven niet meer buiten te spelen enz. Vaak zijn achtervolgingen door de pestkoppen van tevoren bedacht en wordt er met een hele groep afgesproken om het slachtoffers eens lekker te grazen te nemen. Het komt ook vaak voor een kind door de pesters voor de gek wordt gehouden. Ze vragen hem of haar bijvoorbeeld mee te doen met voetballen. Omdat het gepeste kind graag bij de groep wil horen en blij is dat hij / zij eindelijk ergens aan mee mag doen, trapt het er telkens weer in.

Enkele voorbeelden zijn;

achternalopen en opjagen
in de val laten lopen en klemzetten.
opsluiten.

4 Door uitsluiting:

Uitsluiting lijkt de minst erge vorm van pesten, toch is dit niet waar. Uitsluiting betekent dat er net wordt gedaan of het kind niet bestaat. Het mag nergens aan meedoen, staat tijdens de pauze altijd alleen en heeft geen vriendjes of vriendinnetjes om mee te spelen. Een kind dat op deze manier gepest wordt gaat zich heel eenzaam voelen en heeft de gedachte dat hij / zij anders en minder is dan andere kinderen. Hoe het ook zijn  best doet, het lukt hem / har nooit om bij de groep te horen of mee te doen met spelletjes. Hierdoor wordt het kind bang om met  andere kinderen om te gaan.

Enkele voorbeelden zijn;

niet reageren op wat het kind doet of zegt
niet tegen hem/haar praten.
uitsluiten: het kind mag niet meedoen met spelletjes, niet meelopen naar huis, niet komen op een verjaardag.

5 Door stelen of vernielen van bezittingen:

Het komt vaak voor dat het gepeste kind ineens allerlei spullen kwijt is, potloden, pennen, z’n knikkers enz. De pestkoppen proberen hiermee het kind extra van streek te maken. Vaak zijn ze jaloers op de bezittingen van een ander en zouden ze het zelf ook graag willen hebben.

Enkele voorbeelden zijn;

Afpakken van kledingstukken en andere spullen.
Beschadigen van spullen: klieder op boeken, schoppen en gooien met een schooltas of banden lek steken.

6 Door afpersing:

Bij afpersing kan het zijn dat gepeste of de meelopers worden gedwongen dingen te doen die ze eigenlijk niet willen. Ze moeten bijvoorbeeld geld stelen, snoep meebrengen of een vervelend klusje opknappen.

Enkele voorbeelden zijn;

Dwingen om geld of spullen af te geven.
Dwingen om iets voor de pestkoppen te doen: geld of snoep meenemen of een klusje opknappen

Een nieuwe vorm van pesten is cyberpesten, maar daar gaan we uiteraard in de andere delen van deze website verder op in.

6 .Betrokkenen

Zowat de helft van de pesterijen gebeurt in de eigen klasgroep. Er is zelden één pester en één slachtoffer. Meestal gaat het om een Antipestengroepje pesters met één of meer leidersfiguren tegen één of meer slachtoffers. De buitenstaanders merken de pesterijen wel op. Sommigen gaan supporteren, meelopen. Anderen vinden ze vervelend, maar durven niet reageren of tussenkomen. Ze zijn bang dat ze zelf slachtoffer worden.

 

Je hebt dus pestkoppen, slachtoffers, meelopers en 'zwijgers'.

 

1. Pestkoppen : vaak zonder vrienden

 

Wie pest, voelt zich meestal stoer. En dat maakt indruk op de klasgenoten. Pestkoppen willen vooral aandacht en hun zin krijgen. Sommigen hebben niet eens door dat ze iemand anders pijn doen of verdrietig maken. Vaak weten ouders van pestkoppen niet eens dat hun kind een pestkop is. Toch kunnen ze het pestgedrag verhelpen of zelfs voorkomen. Zelf het goede voorbeeld geven bijvoorbeeld. Ook ouders pesten soms: agressie in het verkeer, roddelen enz.

 

De kritieke pestleeftijd ligt tussen 10 en 14 jaar. Tijdens deze vier jaar bereikt pesten een hoogtepunt. Op ongeveer 14 jaar houdt pesten meestal vanzelf op. Dat komt omdat het geweten dan geactiveerd wordt. Pestkoppen gaan dan nadenken over hun gedrag en vinden zelf dat pesten eigenlijk niet kan. Wie daarna nog pest, heeft wellicht ook andere gedragsproblemen.

 

Bij sommige jongens én meisjes functioneert het geweten niet grondig genoeg, zij blijven na hun veertiende 'gezellig' doorpesten. Deze jongeren noemt men hardnekkige pestkoppen. Pestkoppen blijven dikwijls zonder vrienden achter. Het kinderlijke schoppen, duwen en trekken verandert dan in uitsluiten, uitlachen, kwetsen, vechten...

 

2. Slachtoffers: iedereen

 

Pestkoppen hebben natuurlijk slachtoffers nodig. Een groot en algemeen verspreid misverstand is dat alleen mensen met rood haar of een bril met dikke glazen worden gepest. Er zijn geen speciale redenen waarom iemand wordt gepest. Het zijn de pestkoppen  die bepalen wat de (groeps-) norm is en  die beslissen wie ze kiezen als slachtoffer.. Pestkoppen zoeken altijd iemand die weerloos, hulpeloos is. Dat zijn gemakkelijke slachtoffers. Maar verder is het voldoende ‘anders’ te zijn. 

 

Gepest worden, kan dus iedereen overkomen. Als de pestkop vindt dat je merkkledij moet dragen om cool te zijn, dan heeft diegene die dat niet draagt pech. Althans als het slachtoffer zich niet kan verdedigen. Draag je bijvoorbeeld geen merkkledij maar bijt je goed van je af, dan zullen de pestkoppen je met rust laten. Het uiterlijk is nooit de oorzaak, misschien wel de aanleiding en komt dus steeds op de tweede plaats.

 

Het is ook best mogelijk dat een slachtoffer niet meer wordt getreiterd als hij van klas of school verandert. In de ene groep moet je luidruchtig en stoer zijn, in een andere omgeving wordt het geapprecieerd als je rustig en doordacht handelt. Maar meteen van school veranderen is géén goede oplossing.

 

3. Meelopers en ‘zwijgers’
De pestkop is erg op meelopers gesteld. Hij houdt ervan mensen onder zich te hebben die ook nog eens doen wat hij vraagt. De meelopers zijn eigenlijk de slaafjes van de leider. Blindelings voeren ze de plannen van de pestkop uit.

 

Heel wat kinderen kijken toe als er wordt gepest. Misschien doen ze zelfs mee. Zonder meelopers zijn er geen pestkoppen, want die hebben dan geen publiek meer. Meestal weten die meelopers wel dat het fout is wat er gebeurt. Maar ze zijn bang om het te gaan vertellen. Want dan zijn ze klikspaan. Ze blijven vaak lang met een schuldgevoel zitten.

 

Ook jongeren die passief toekijken spelen een rol in het spel. Door niet te reageren keuren ze het pestgedrag eigenlijk goed. Veel jongeren zijn bang om zelf het slachtoffer van pesterijen te worden als ze zich tegen de wil van de pestkop verzetten. Daarom houden ze ook hun mond.

Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij de jongeren die deel uitmaken van een groep waarin wordt gepest. Als een meerderheid pesten afkeurt, heeft de pester geen enkele reden meer om iemand te treiteren. Pesten is dan plots niet meer stoer of cool. Met andere  woorden: pesten is out.

 

7. Signalen van slachtoffer en pestkop

 

Mogelijke signalen van een gepest kind

 

  • isoleert zich van de anderen, soms met één vriend(in)
  • is vaak betrokken bij samenscholingen of opstootjes in de klas of op de speelplaats
  • is vaker afwezig, gaat niet graag naar school
  • zoekt de veiligheid van de leerkracht op
  • heeft psycho-somatische klachten (hoofdpijn, buikpijn)
  • zijn schoolresultaten gaan plots achteruit
  • wordt dikwijls als laatste gekozen bij het indelen van groepjes (sportles, groepswerk)

 

Mogelijke signalen van een pestkop:

 

  • doet stoer en wil imponeren
  • is vaak fysiek sterker dan het slachtoffer
  • wil overheersen en zichzelf bewijzen, ten koste van alles
  • is impulsief en reageert agressief bij tegenwerking
  • heeft een groot idee van zichzelf
  • omringt zich met meelopers die zorgen voor zijn aanzien
  • is eerder gevreesd dan geliefd in de groep

 

8. Gevolgen van pesten

 

Vaak leggen de slachtoffers de oorzaak van het pesten bij zichzelf. Ze voelen zich schuldig voor het verdriet dat ze zichzelf en hun ouders aandoen.
Sommige slachtoffers reageren agressief en gaan verbitterd anderen pesten.
De sfeer in de klasgroep is bedrukt en onveilig.
De leerlingen wantrouwen elkaar. Leerkrachten komen niet graag meer voor de klas, ze reageren korter en gebruiken minder groepsgerichte werkvormen zodat de spanning zich onderhuids weer ophoopt.
Onderzoek heeft uitgewezen dat hardnekkige pestkoppen meer kans hebben om later in de criminaliteit verzeild te geraken.

 

(Bron : Klasse voor leerkrachten, 87, september 1998, p. 45-48)

 

9. Waarom wordt er gepest ?

Emmerechts (1999) deed onderzoek in de literatuur naar oorzaken waarom er gepest werd. Het is onmogelijk om pesten vanuit één sluitende theorie te verklaren.  We citeren uit haar algemeen overzicht om dan meer specifiek op oorzaken voor cyberpesten in te gaan.

 

  •         Volgens Allport zijn er vier factoren die invloed hebben op pesten : het anders zijn van de gepeste, het bereikbaar zijn van de Stop pestengepeste voor de pester, het weerloos zijn van de gepeste of het zich niet kunnen verdedigen en het feit dat de gepeste al eerder werd gepest, waardoor zijn of haar sociale redzaamheid verloren is gegaan. Wie op latere leeftijd wordt gepest, heeft vaak een pestverleden.
     

  •         Zowel Jan Looman  als Bob van der Meer verklaren pesten vanuit de groepsdynamica met de zondeboktheorie. Bedreigingen van buitenaf worden vaak intern afgereageerd.  Onderlinge relaties worden gunstig beïnvloed door het bestaan van een gemeenschappelijke vijand. Een onschuldig en hulpeloos slachtoffer moet vijandig gedrag ondergaan van een groep personen die hun frustraties op hem en niet op de werkelijke (maar onbereikbare of onaantastbare) bron van hun frustraties afreageren.
     

  •         Pesterijen komen voort uit frustraties. Zowel kinderen als volwassenen pesten uit verveling, uit jaloezie, uit onmacht, uit angst,.. Pesten is op een negatieve manier om aandacht vragen., compensatie zoeken voor of het afreageren van de eigen problemen, emotionele of materiële tekorten.  Daarbij kan het slachtoffer zowel worden gepakt op zijn zwakke punten (te verlegen, onaantrekkelijk door afstaande oren, te dik, rood haar of slechte punten, enz.) als op zijn sterke punten (slim, aardig, mooi, krijgt veel aandacht en sympathie, enz.)
     

  •         Gie Deboutte noteert dat wetenschappers concluderen dat de oorzaak van pesterijen gezocht moet worden in een geheel van factoren die elkaar op negatieve wijze versterken. De persoonlijkheid en de opvoedingssituatie van de pestkop en de zondebok werken op elkaar in maar ook de houding van de anderen die betrokken zijn op de situatie zijn van belang.
     

  •         Een andere theorie beklemtoont het imitatiemodel. Wanneer men veel negatieve voorbeelden ziet, gaat men dit gedrag imiteren.  Wie geen (positieve) regels en grenzen heeft meegekregen, wie niet geleerd heeft om op een constructieve manier om te gaan met frustraties, heeft nooit geleerd rekening houden met de gevoelens van anderen.
     

  •         Marie-France Hirigoyen maakt onderscheid tussen pesterijen als machtsmisbruik en deze die komen vanuit een perverse persoonlijkheid. Perverse individuen scheppen er genoegen in te manipuleren en hun tactiek bestaat uit bedrog, leugens, insinuaties, weigeren van communicatie, enz.
     

  •         Henry Walter verwijst naar de ongunstige sociale omstandigheden waarin een slachtoffer zich kan bevinden. Een kind dat door omstandigheden niet genoeg copingsmechanismen heeft, bijvoorbeeld omdat de ouders in een echtscheiding zitten of zelf over weinig sociale vaardigheden beschikt, is een gemakkelijkere prooi.  Dat wil echter niet zeggen dat kinderen die gepest worden, komen uit moeilijkere situaties. Vaak hebben ouders niet eens in de gaten dat er gepest wordt en kunnen ze daarom geen ondersteuning bieden.

 

Uiteraard heeft het weinig zin te blijven zoeken naar oorzaken voor pesten. Zeker als men gaat zoeken naar wie fout is geweest aan het hele pestgebeuren. Hoewel oorzaken op school, in het gezin, in de buurt, in de jeugdclub, enz. kunnen liggen, is het belangrijker te gaan zoeken naar middelen om het probleem op te lossen.

 

10. Waarom intimideren kinderen elkaar online?  

 

Er zijn vele redenen waarom kinderen  elkaar online willen kwellen. Soms is het gewoon uit verveling en zoeken ze vermaak. Maar er kan ook meer aan de hand zijn.  Uit onderzoek blijkt dat niet het gepeste kind, maar de pestkop met problemen zit en langs deze weg zoekt een pestkop een uitlaatklep om zijn/haar frustraties bot te vieren op gewillige makke slachtoffers. Soms koesteren ze wrok en willen ze de andere kwetsen.  Soms wordt die wrok op een willekeurig slachtoffer geuit, een slachtoffer dat zich niet kan verdedigen. Soms zijn cyberpesters jongeren die zelf schade van pesten ondervonden hebben, zij het rechtstreeks in de klas of daarbuiten zij het via het cyberpesten. Het komt voor dat cyberpesters het internet als enige weg zien om terug te slaan en de pestkoppen weerwerk te bieden.  Vaak zijn de cyberpesters jaloers op andere jongeren. Die jaloezie kan slaan op het er niet in lukken om evenzo goede punten te halen op school of dat men er niet in lukt iemand tot vriend(in)  te hebben of een liefje te veroveren  Soms zijn cyberpesters gewoon jaloers op het geluk van hun slachtoffers. Zelf zitten ze in een moeilijke situatie, door echtscheiding of relatieproblemen thuis, fysieke of psychische mishandeling door de ouders,  te strenge opvoeding waarbij ze niets mogen, onderdrukking door oudere broer of zus, jaloezie dat de ander meer financiële middelen heeft, enz en zoeken ze een uitlaatklep door dat kind te gaan pesten.  Op deze aspecten gaan we in de andere onderdelen nog veel uitvoeriger in.