Hoe als ouders/begeleiders helpen

Laura (14) heeft wat pikante foto's van zichzelf doorgestuurd naar haar vriend. Maar na enkele weken raakt het uit. Laura stelt tot haar grote schrik vast dat haar pikante zelf overal opduikt: haar ex-vriendje heeft de foto's naar al zijn vrienden rondgestuurd, die ze op hun beurt hebben doorgemaild. Zo krijgt de halve school ze te zien. Marjan Gerarts van Action Innocence: ,,En niet alleen de halve school, maar de halve wereld. Laura staat voor de rest van haar leven op het internet. Jongeren zijn zich hier niet van bewust. Ze zitten veilig thuis achter hun computer, en schatten de grote gevolgen niet in. Dat geldt evengoed voor Laura als voor haar ex-vriend. Voor scholen is dit een heikel probleem: moeten ze zich dit aantrekken? Het gaat duidelijk om pesten, en elke school heeft tegenwoordig een goed antipestplan. Maar dit gebeurde strikt genomen niet binnen de schoolmuren. Scholen en ouders moeten hiertegen de handen in elkaar slaan.,Ouders en jongeren moeten zich er ook van bewust zijn dat 'spaces' en 'weblogs' toegankelijk zijn voor iedereen, over de hele wereld. Let dus op met wat je daar van jezelf, of anderen, laat zien”'


Meisje _become_both_now_and_then_ii_by_joyeux niamh ellenHet is niet prettig om als ouders of begeleiders te merken dat een kind of jongere wordt gepest. De gevolgen van pesten kunnen heel zwaar zijn, maar het probleem likt niet altijd even erg. Soms zeggen ouders tegen hun kinderen dat ze maar van zich af moeten bijten of dat ze maar moeten terugpesten. Maar voor het kind is dat niet zo eenvoudig. Moeten we er ons als ouders of begeleiders maar bij neerleggen dat kinderen elkaar altijd zullen pesten of kwellen : het hoort bij het kinderleven horen we vaak. Agressie en geweld zijn inderdaad even oud als de mens zelf. Maar dat is geen reden om er machteloos bij neer te gaan zitten. We mogen niet toestaan dat iemand voortdurend door anderen wordt getreiterd. Dat is een inbreuk op zijn recht om in vrijheid te leven.


Pesten gaat ook niet vanzelf over. Als er niet wordt ingegrepen, worden pesterijen vaak steeds brutaler en gemener. Een pestkliek beweert altijd dat het pesten maar een spel of een grap is, maar ze kunnen er moeilijk mee stoppen. Elk apart zullen de pestkoppen in bijzijn van een volwassene toegeven dat ze de pesterijen niet zo onschuldig of grappig vinden, maar als ze in groep vertoeven en de anonimiteit van het internet hen beschermt, schakelen ze hun persoonlijk geweten uit.

Een gezonde reactie is het kind extra in bescherming te nemen. Je kan het kind thuis extra gezellig maken of eens samen gaan winkelen. Het is goed dat kinderen en jongeren zich bij hun ouders veilig kunnen voelen. Daarnaast is het belangrijk het slachtoffer van het pesten te helpen bij het opbouwen van zelfvertrouwen. De jongere moet (opnieuw) leren om contacten te leggen en te onderhouden met leeftijdgenoten. Als hij of zij zich vrijer gaat voelen in de omgang met leeftijdgenoten, wordt ook het zelfvertrouwen groter. Praat er met de jongere over hoe zij of hij dat zou kunnen aanpakken. Het zelfvertrouwen van uw kinderen wordt ook bevorderd als u hen stimuleert om zelfstandig iets te ondernemen. Geef hen inspraak waar dat kan, bijvoorbeeld bij de inrichting van hun kamer of het bepalen van de vakantiebestemming.


Gevoel van eigenwaarde opbouwen
Veel ouders hebben de neiging om hun kind extra te gaan beschermen tegen teleurstellingen als ze weten dat het kind wordt gepest. Misschien brengt u haar of hem wat vaker weg en gaat u vaker mee naar activiteiten dan u zelf zou willen. Dat is een heel begrijpelijke reactie.


Toch is het belangrijk om dit na een tijdje wat af te bouwen. Het kind moet leren, of opnieuw leren, om contacten met leeftijdgenoten op te bouwen op zijn eigen manier. Als hij of zij zich vrijer gaat voelen in de omgang met leeftijdgenoten, wordt ook het zelfvertrouwen groter.

Het zelfvertrouwen van kinderen kun je versterken door ze frequent een spiegel voor te houden, waarin te lezen valt dat ze het goed doen of op de goede weg zijn. Zelfs compleet ‘falen’ kan een positieve wending krijgen, als de waarde van de poging om iets tot stand te brengen wordt onderstreept. Je kunt kinderen helpen eigen mogelijkheden, kenmerken, wensen, gevoelens, beperkingen en voorkeuren te ontdekken en die te waarderen of mee leren om te gaan. Hierdoor komen kinderen minder onzeker over in een groep en zullen ze minder snel het slachtoffer worden van pesterijen. (Bron : http://lessen.cyberstar.nl/documenten/)

Hoe ga je nu concreet met een pestprobleem om. In een apart onderdeel geven we specifieke tips inzake bescherming (voorkomen) bij cyberpesten. Hier bespreken we algemene tips inzake omgaan met het pestgedrag.

Het is niet zo makkelijk om pestproblemen aan te pakken omdat het vaak om verschillende situaties gaat. Iedere pestsituatie is anders.
Als hulpverlener moet je eerst en vooral genoeg informatie over het probleem trachten in te zamelen : wie pest wie en hoe lang, wat is de reden, wat is er gebeurd, wie is er allemaal betrokken, enz. Als je weet waarom iemand wordt gepest, wat de drijfveren van de pestkop zijn, kun je proberen de reden voor het pesten of gepest worden weg te halen. Zeker als de pester voordelen haalt uit het pesten, kan je trachten deze voordelen weg te halen, bijvoorbeeld de macht die de pester haalt uit zijn pestgedrag. Beter nog is te zoeken naar andere wegen waarbij de pester op een positieve manier aan die voordelen kan geraken.


Als er sprake is van een pestgroep, tracht dan zoveel mogelijk de leden uit elkaar te halen en vooral ze afzonderlijk aan te spreken. In groep voelt men zich sterker en wordt er niet graag toegegeven dat men fout is.

Pesterijen moet je bespreekbaar maken, want velen reageren er niet tegen uit angst om op dezelfde manier behandeld te worden of omdat ze niet weten wat ze ertegen kunnen doen. Slachtoffers van pesterijen moeten ergens terecht kunnen met hun verhaal en het gevoel ervaren dat ze begrepen worden en dat de verzekering krijgen dat er naar een oplossing wordt gezocht.

Bij voorkeur gaat de begeleider bemiddelen en niet veroordelen. Het risico is immers als hij de pestkop gaat veroordelen of straffen, dit zich achteraf nog erger wreekt naar het slachtoffer toe. Het goede voorbeeld geven en positief gedrag belonen levert meer resultaten op dan alles op zijn beloop te laten en autoritair op te treden en te straffen. Straffen op zich brengt de pester niet tot een ander inzicht.
Uiteraard moet de aanpak van pesten op een of andere manier in een schoolreglement of clubgedragsregel duidelijk omschreven worden, dat men weet dat het niet getolereerd zal worden. Het is ook van belang dat tussen begeleiders, bijvoorbeeld in een school duidelijke richtlijnen zijn hoe men omgaat met pesten, opdat niet situaties verschillend aangepakt worden.

Tenslotte is het van belang dat het slachtoffer aan zichzelf werkt. Ook al is het belangrijk dat de pestkop op zijn gedrag en de gevolgen daarvan wordt gewezen, verdient het aanbeveling dat men op alle mogelijke manieren de weerstand van het slachtoffer probeert te versterken. Het pesten zal immers misschien niet onmiddellijk stoppen of er kunnen later nog andere pestsituaties ontstaan. Dit kan onder meer door weerbaarheids- en assertiviteitstrainingen. Bij een assertiviteitstraining traint men vooral de mentale en fysieke weerbaarheid, terwijl bij weerbaarheidstraining ook het fysieke aspect een rol speelt. Wie fysiek sterker staat, krijgt daardoor ook een groot deel extra mentaal zelfvertrouwen. Nu is dit bij cyberpesten wellicht niet zo noodzakelijk, maar meestal beperkt pesten zich niet tot cyberpesten alleen. Wanneer ook in reële contacten van zich leert afbijten, zowel verbaal als fysiek, kan men ook digitale pestboodschappen beter aan.