Wanneer je zelf gepest wordt als kind of jongere
Vertel wat je gebeurd is. Vertel het aan een vriend of vriendin die je vertrouwt. Zij kunnen je steunen
Vertel het aan je ouders. Zij zijn er voor jou. Hoe moeilijk het ook is. Ze zullen voor je opkomen en je proberen te helpen zo goed als het kan. Vertel het je mentor, leerkracht of trainer.
Praat er met iemand over. Bedenk je dat je niet de enige bent die gepest wordt; pesten komt juist veel voor. Je hoeft je niet te schamen, want het is niet jouw schuld. Het gebeurt gewoon, om de een of andere reden. De pesters moeten zich juist schamen, want zij doen iets lafs. Het belangrijkste is dat je weet dat er een oplossing te vinden is. Het zal echt niet altijd zo blijven. Het is heel gewoon als het je, in je eentje niet lukt om van het pesten af te komen. Praat er daarom over met iemand, bijvoorbeeld een vriend, je ouders, je opa of een buurvrouw. Zeg het ook tegen de meester of juf, misschien kan die iets bedenken om jou te helpen. Je kunt het verder vertellen aan je knuffel of je dagboek, dat kan opluchten.
Wanneer je aan niemand durft te vertellen dat je gepest wordt is het misschien een goed idee om de kindertelefoon te bellen. Je kunt er je verhaal kwijt zonder te vertellen wie je bent, je hoeft niets te vertellen wat je niet wilt Je verhaal wordt niet verder verteld. Samen kun je misschien zoeken naar manieren om het pesten te stoppen. Het is geen klikken als je het vertelt. De pesters doen iets fouts, en dat probleem kun je niet in je eentje kunt oplossen.
Schaam je niet voor wat er gebeurd is. Dat jij gepest bent wil niet zeggen dat jij minder bent of slechter bent. Iedereen kan gepest worden. Iedereen kan het slachtoffer worden. Dit ligt niet aan jou.
Ben trots op wie je bent. Ben trots op wat je bent en hoe je bent. Als je uitstraalt dat het je niks uit maakt dat je fors bent of een dikke bril hebt, of dat je kak-kleren hebt, of dat je zou stinken, of wat ze ook maar over je kunnen verzinnen, dan kunnen ze er ook minder goed mee kwetsen. Natuurlijk doet het nog altijd pijn wat ze zeggen, maar als je geraakt wordt, hebben ze gewonnen.
Houd een spreekbeurt over pesten. Als je gepest wordt kan het een goed idee zijn om een spreekbeurt te houden over pesten. Dit is natuurlijk wel heel eng maar het heeft ook voordelen. Door een spreekbeurt te houden over pesten, krijg de kans om aan de kinderen uit je klas vertellen wat het voor jou betekent om gepest te worden. Door uit te leggen hoe pesten werkt en wat voor gevolgen het heeft begrijpt de klas waarschijnlijk beter wat je bedoelt. Bovendien gaan de kinderen nadenken over wat ze doen. Meelopers, die het eigenlijk helemaal niet leuk vinden dat er gepest wordt durven dat misschien tegen de pesters te zeggen en kiezen dus eigenlijk partij voor jou. Hierdoor wordt de pesters niet meer zo aangemoedigd door te gaan met pesten en de kans dat hij of zij ermee stopt wordt dan heel groot.
Maak een plan waarin je;
- opschrijft waarom je denkt dat ze je pesten
- vind je dat zelf een goede reden? Nee natuurlijk niet
- bedenk waar je goed in bent en hoe je daar gebruik van kan maken
- bedenk (samen met iemand anders) oplossingen en probeer ze uit
Door een plan te maken kom je erachter wat het voor jou betekent om gepest te worden. Het geeft je meer duidelijkheid. Bovendien kun je het gebruiken om oplossingen op te schrijven en uit te proberen. Schrijf je plan op een groot gekleurd vel papier en hang het op een plek waar je het goed kunt zien. Zo wordt je er telkens aan herinnert dat het niet jou schuld is dat je gepest wordt. Bovendien kun je oplossingen die je hebt uitgeprobeerd doorstrepen en erbij zetten of ze goed werkten.
Als je de zoektermen pesten en cyberpesten intikt in www.google.be vind je alvast heel veel informatie en je kunt uiteraard ook de informatie uit dit werk ter hand nemen.
Verbeter je sociale vaardigheden door bijvoorbeeld naar een sportclub, natuurvereniging, jeugdbeweging of eender welke jongerengroep te gaan, waar ze jou nog niet kennen. Als je daar leuke andere kinderen leert kennen, merk je vanzelf dat er ook nog anderen zijn in de wereld, waarmee je het wèl fijn kunt hebben.
Tips voor jongeren om met hun ouders of begeleiders over pesten te praten
Is er iets?’, vraagt mijn moeder. ‘Nee, hoor’, zeg ik ontkennend en ik kijk weg. ‘Volgens mij wel, je doet de laatste tijd zo anders’. ‘Mam, er is niets, dat heb ik toch al gezegd, stop eens met dat gezeur’, mompel ik kwaad. Stampend ren ik de trap op naar boven, naar mijn slaapkamer. Vele gedachten schieten door mijn hoofd; ik vraag me af waarom ik het niet gewoon durf en kan zeggen, waarom ik mij schaam. Zouden ze boos worden als ik het ze vertel of naar school gaan? Ik voel me ellendig, maar het is ook allemaal mijn eigen schuld. ’
Een voorbeeld dat voor velen herkenbaar zal zijn. Praten over pesten is heel moeilijk. Toch is het enorm belangrijk. Wanneer je ouders of andere belangrijke personen in je leven weten dat je gepest wordt, kunnen ze je helpen en steunen.
Vaak is er een schuldgevoel, je denkt dat je stom bent dat het je eigen schuld is dat je gepest wordt. Of dat het jouw probleem is en jij het zelf moet oplossen en dat je anderen niet tot last moet zijn. Wanneer je er met niemand over praat kan niemand je steun geven of je helpen. Twee dingen die je juist hard nodig hebt; steun en hulp. Veel kinderen maar ook volwassenen willen wel over het pesten of hun pestverleden praten maar durven dit niet. Vaak speelt schaamte daarin grote rol in. En hoe moet je zoiets bespreken? Het onderwerp ligt heel gevoelig en je weet niet hoe de ander op jouw verhaal zal reageren.
Er zijn een aantal dingen waar je op kunt letten, wanneer je het wilt bespreken:
-Bedenk van te voren wat je wilt bepraten (maak eventueel een lijstje)
-Bedenk van te voren hoe je het wilt bespreken (je kunt ook een brief gebruiken)
-Zeg tegen de persoon dat je over iets (belangrijks) wilt praten
-Vraag ook of die persoon tijd heeft, maak eventueel een afspraak
-Zoek een rustige ruimte op, waar je niet gestoord wordt
-Vertel feiten, maar ook wat je voelt en denkt
-Geef ook aan wat je van de persoon verwacht (wil je dat hij/zij iets doet?)
Deze punten kunnen je helpen om het gesprek goed te laten verlopen. Wanneer je het moeilijk vind om er over te praten, kun je dit ook aan het begin van het gesprek zeggen. Wanneer de persoon met wie je wilt praten dat weet kan hij/zij daar rekening mee houden.
Het is echt belangrijk dat je met iemand over je problemen kunt praten. Dit hoeven niet je ouders te zijn, maar denk ook aan collega’s, klasgenoten, vrienden en andere familieleden. Je hoeft het niet alleen te doen er zijn altijd mensen die voor je klaar staan, die om je geven en je echt willen helpen.